Levensvragen (dag 10)

Levensvragen

Sinds vandaag is op vier personen na de middaggroep totaal veranderd. Daarom is het hoog tijd om kennis te maken met elkaar. Na een kort voorstelrondje gaan we in groepjes van vier uiteen en stellen we elkaar om beurten de vragen die op de kaartjes staan. Er is een verschil in soort vragen. De groene kaartjes bevatten vragen om het ijs te breken, de vragen van de paarse kaartjes zijn wat meer erotisch getint en op de blauwe kaartjes staan de wat diepere levensvragen. Aan ons de keuze. Al kan een enkeling van ons groepje zijn nieuwsgierigheid niet bedwingen en draait een paars kaartje om, we houden het in eerste instantie toch maar veilig bij de groene kaartjes. Wat is de meest exotische bestemming waar je ooit geweest bent, is de eerste vraag. Op dat vlak win ik het zeker niet van mijn andere drie Zuid-Koreaanse klasgenoten in het groepje. Zij hebben immers al een wereldreis naar Frankrijk achter de rug! Mijn verste reis en wel naar één van de Canarische eilanden, maakt dan ook geen indruk op hen! Een van de meiden vertelt met veel enthousiasme dat ze pas geleden naar Oxford in Engeland is geweest, een jongeman heeft het over Tsjaad in Afrika. Wouw, denk ik, wat een levenservaring hebben deze jonge mensen al!

Even later kiest één van de mannen een blauw kaartje. Daar gaan we de diepte in! De vraag is: Wat zal je laatste gedachte zijn voordat je sterft? Oef, dat is nogal wat, denk ik. De drie jongeren, die nog niet of nauwelijks de helft van mijn leeftijd zijn, gaan er heel serieus op in. Een van hen zou zich afvragen of hij een goed leven heeft gehad en er alles uitgehaald heeft. De ander wil graag weten of hij alles gedaan heeft wat hij zou willen doen in dit leven. Ik kan me vinden in hun gedachten en zou me tevens de vraag stellen of ik mijn talenten heb gebruikt, mijn potentieel heb benut en afscheid heb genomen van alle mensen die mij dierbaar zijn geweest in dit leven. We praten door over de vraag of dit wel je laatste gedachte kan zijn en het feit dat je hier niet altijd de tijd voor krijgt.

Ik trek vervolgens ook een blauw kaartje. De vraag is: Geloof je in geesten en andere bovenaardse krachten. Ik pas de vraag iets aan en vraag hun of ze geloven in een God of iets anders. Alle drie geloven ze dat er iets meer is tussen hemel en aarde. Het is wel zeer abstract allemaal. Ze hebben het niet over Boeddha, Allah of God. Ik vertel uiteraard ook mijn verhaal, dat ik regelmatig naar kerk ga e.d.

Het is bijzonder om te ervaren dat deze jongeren al goed nagedacht hebben over diepere levensvragen en dat we er prima in slagen om hier samen in het Frans over te praten.